Das wei ewa geleijen, è ? Mau ‘kem giejnen toait, mins !
Dat is weer een tijdje geleden, niet ? Maar ik heb geen tijd, jongens !
Kem e zauterdag en e zondag in den of gewerkt en naa emmekik ziejr aun moain browe.
‘k Heb zaterdag en zondag in de tuin gewerkt en nu heb ik pijn in mijn kuiten.
‘k Waa mei moain scheir de braume afsnaa en naa steun moain èrme vol mei schroebe en zittek altoaid aun dei rappekes te krabbe.
Ik wou met mijn schaar de bramen afsnijden en nu staan mijn armen vol krassen en zit ik altijd aan die korstjes te krabben.
Dank zij Kozze Koen’s tonguetwister : Koetspoets koop je in de postkoetskoetspoetswinkel, dacht ik ook nog aan het volgende :
Ge koisjt aa schoone mei schoonblink, ofterwel koejnder ès op spiejke, dèn zeime z’oek schoejn blinke.
Je poets je schoenen met schoenpoets, ofwel kan je er eens op spuwen, dan zullen ze ook mooi glanzen.